In 1873 maakte de Fransman Henry Havard een iconische reis langs de dorpen en steden rondom de Zuiderzee. Volgens hem bestond er in heel Europa geen enkele reis die ‘uit wijsgerig en etnografisch oogpunt, van groter belang is dan een rondvaart over de Zuiderzee’.

De veelzijdigheid van Zuiderzee-steden als Hoorn, Enkhuizen, Harderwijk en Kampen en hun rijke geschiedenis prikkelden zijn nieuwsgierigheid, evenals de schilderachtige dorpjes als Marken, Hindeloopen en Urk.

Honderdvijftig jaar later vaart Ronald Nijboer in zijn kielzog het IJsselmeer rond. Met een historische tjalk bezoekt hij de oude en nieuwe kustplaatsen.

In zijn boek Wereldzee in de polder beschrijft Nijboer wat is veranderd en wat is gebleven. Geen ander Nederlands landschap veranderde zó drastisch als het IJsselmeergebied. Hoe zijn we sinds de tijd van Havard omgegaan met ons landschap en onze cultuur? En wat leert het verleden ons over de toekomst?